Geen vierde kern

Een Raadscommissie heeft in september de vraag behandeld of er in de Gemeente Rhenen plaats is voor aanmerkelijk meer woningen dan de 1.000 die opgenomen zijn in de Visie op Rhenen 2023 – 2035. En zo ja gaat het dan aan een paar duizend of zelfs tienduizend extra woningen. Waar moeten die woningen komen en ook belangrijk: hoeveel landbouwgrond mag dat kosten.

De afgelopen jaren is de optie vaker genoemd: waarom bouwen we geen vierde kern tussen Achterberg en Veenendaal? Daar kunnen we nu een antwoord op geven: omdat daar geen draagvlak voor is in de Gemeenteraad. Ondanks de verschillen van inzicht die er ook zijn, werd het duidelijk dat een ruime meerderheid een vierde kern niet ziet zitten. Een belangrijke reden is dat dit de bestaande kernen uitholt en we zuinig zijn op wat we hebben. Een nieuwe kern met eigen winkels, een eigen kerk, eigen verenigingen en eigen medische voorzieningen draagt niet bij aan alles waar we de afgelopen jaren hard voor hebben geknokt. En bovendien vraagt zo’n nieuwe kern een minimum aantal woningen om de eigen voorzieningen haalbaar te maken en dat op een plek waar nog geen relevante infrastructuur ligt. Daardoor kost deze variant veel meer landbouwgrond dan ons lief is.

Er zijn mensen die zeggen laat het zoals het is, het dorp is mooi zat zo. Bedenk dan wel dat als we de afgelopen 20 jaar zo hadden geredeneerd, we nog steeds het voorzieningenniveau van 2005 hadden en dan zou de school intussen ook kampen met een tekort aan leerlingen. Want stilstand is achteruitgang. De SGP pleit niet voor onbeheerste groei maar wel voor een groei van binnenuit, op een natuurlijke manier. Waar de bestaande voorzieningen, ondernemers, verenigingen en kerken en ook de bestaande inwoners, van profiteren. Dan bouwen we voor mensen die van Rhenen, Elst en Achterberg houden om hoe het hier is. Dat willen we graag zo houden, dat is mooi zat. En wat we nu bedenken daar hebben de komende vier of vijf generaties mee te maken.

Daarom hebben we gezegd we gaan eerst inbreiden waar mogelijk en daarna bouwen aan de randen van de kernen. En het zoekgebied ligt wat ons betreft tegen de rand van de bestaande kernen. Daarbij is het belangrijk dat de aanslag op landbouwgrond zo beperkt mogelijk is en met respect voor de natuur op een manier waarbij landbouw en natuur hand in hand gaan.

Best lastig nog om te bedenken dat woningen die we nu bouwen, tussen 50 en 100 jaar en wellicht langer, het beeld van onze stad en dorpen bepalen. En dat met de wetenschap dat we hier geen blijvende stad hebben. Daarom hoe belangrijk ook, laten we ons zoekgebied verleggen en zoeken ‘de stad niet met handen gemaakt maar eeuwig in de hemelen’.

Marco Mulder
Raadslid SGP Rhenen