16 oktober 2017

Motie: Hijs niet de regenboogvlag

 

Motie

De raad van de gemeente Rhenen, in vergadering bijeen op 10 oktober 2017

 

Overwegende:

 

1. dat de regenboog voor christenen (een grote groep inwoners van de gemeente Rhenen) een geheel andere betekenis heeft en dat het hijsen van de regenboogvlag daarom wellicht meer mensen zal kwetsen dan zal steunen,

2. dat de Grondwet gelijheid/gelijkwaardig van eenieder omvat,

3. dat het hijsen van de regenboog niet rijmt met het gelijkheidsbeginsel uit de Grondwet nu het hijsen van de regenboogvlag tot uiting brengt dat bepaalde groepen in de samenleving volgens het college toch dienen te worden verbijzonderd en een uitzonderingspositie verdienen, in weerwil van het gelijkheidsbeginsel,

4. dat het hijsen van de regenboogvlag uiting geeft aan een voor de overheid ongewenste verbijzondering, mogelijk zelfs averechts werkt en er een risico op ongewenste willekeur bij de keuze voor bepaalde belangen kan ontstaan,

5. dat het risico op willekeur groot is wanneer er een keuze zou moeten worden gemaakt tussen bepaalde vlaggen, en dat daarom willekeur zou moeten worden vermeden,

6. dat het hijsen van de regenboogvlag mogelijk meer verdeeldheid dan verbondenheid tot gevolg heeft,

7. dat er een vlag is waar iedereen zich mee verbonden voelt, namelijk de Nederlandse vlag,

8. dat het beter zou zijn om in plaats van de regenboog de Nederlandse vlag te hijsen, nu deze vlag ook de waarden van de regenboogvlag omvat én als belangrijk voordeel heeft dat wordt voorkomen dat een grote groep Rhenenaren onnodig wordt gekwetst,

Verzoekt het college

a) een vlagprotocol op te stellen ofwel een consequent vlagprotocol te gaan hanteren waarbij bovengenoemde verbijzondering niet meer op zal treden en alleen plaats is voor de Nederlandse vlag, provincievlag en gemeentevlag, en vlaggen op verzoek van Rijkswege en Staats- en/of Stedebandbezoeken,

b) De regenboogvlag per heden niet te hijsen.

 

En gaat over tot de orde van de dag.

 

SGP

Motivatie

De SGP heeft de motie ingediend en wil graag toelichten waarom deze is ingediend.

Naar de mening van de SGP zijn publieke gebouwen geen plakbord voor solidariteitsbetuigingen, voor welk doel dan ook of aan welke minderheid dan ook. De enige vlag die aan een overheidsgebouw hoort te wapperen, landelijk, provinciaal en hier ter plaatse, is die van álle ingezeten van dit land, de Nederlandse vlag, en eventueel daarnaast de provinciale vlag en de gemeentelijke vlag. Dat is wat ons bindt. Sinds de oprichting van de Republiek der Nederlanden en later het Koninkrijk der Nederlanden wordt van overheidsinstellingen een neutrale opstelling verwacht, waarbij iedere burger gelijk dient te worden behandeld en het algemeen belang wordt gediend. Publieke gebouwen kunnen daarom niet fungeren als middel voor solidariteitsbetuigingen aan enig bijzonder belang, niet zijnde het algemeen belang. Een dergelijke solidariteitsbetuiging is bovendien moeilijk te rijmen met het gelijkheids/gelijkwaardigheidbeginsel zoals die is verwoord in de Grondwet.

Vervolgens onderkent de SGP de maatschappelijke feitelijkheid dat lhtb-ers open willen uitkomen voor wie ze zijn. Maar dat geldt evenzo voor anderen. Dat geldt voor onze joods medemens, dat geldt voor christenen, dat geldt voor moslims, dat geldt voor atheïsten en ga zo maar door. Iemand vanwege zijn of haar geloof, geaardheid of kleur te mishandelen of achter te stellen of te discrimineren kan en mag niet voorkomen. Door de verbijzondering waaraan uiting wordt gegeven door het hijsen van de regenboogvlag, voelt een grote groep inwoners van de gemeente Rhenen zich mogelijk juist achtergesteld omdat zij de opvattingen en manier van actievoering door de lhtb-gemeenschap niet delen. Daarbij heeft de regenboog voor deze groep een andere betekenis, namelijk het verbond dat God met de hele aarde sloot na de zondvloed. Die betekenis staat haaks op de betekenis die de lhtbi-gemeenschap er aan geeft. Dit is naar de mening van de SGP een ongewenst gevolg wat door het college als verbindende instelling altijd vermeden dient te worden.

De SGP is van mening dat met dit handelen ook willekeur op de loer ligt. Want waarom hangt er hier geen vlag om steun te betuigen aan onze joodse medemensen nu het antisemitisme weer aan het toenemen is? Waarom hangt hier geen vlag om steun te betuigen aan de vervolging van christenen wereldwijd? Inmiddels zijn er ruim 500 dagen waarop door belangenorganisaties aandacht voor een specifieke groep wordt gevraagd. Praktisch gezien is het voor het college daarom eigenlijk niet mogelijk om aan al die belangen aandacht te besteden. Er moeten dan keuzes worden gemaakt door het college, waarbij als snel willekeur op de loer ligt, met alle politieke gevoeligheid van dien.

Het hijsen van de regenboogvlag is daarnaast overbodig, omdat de waarden die deze vlag zou moeten belichamen, al worden uitgedragen door de Nederlandse vlag. De Nederlands vlag heeft bovendien als belangrijk voordeel dat ze niet alleen de waarden van de lhtb-gemeenschap uitdraagt, maar juist ook de waarden van burgers die op dit punt (of andere punten) andere opvattingen hebben, bijvoorbeeld een Jood, atheïst, of misschien een vegetariër. Kortom alle aardigheden, eigenaardigheden, overtuigingen, meningen etc. De Nederlandse vlag is dus als enige vlag in staat recht te doen aan iedere burger.

Acceptatie van anderen dient niet te geschieden door dit soort acties, maar door dialoog. Hierin kan de overheid faciliterend optreden, maar mag de overheid niet overgaan tot het publiekelijk steunen van een bepaalde opvatting.

En bovendien wenst dit college samenbindend bezig te zijn. Met het verbijzonderen van een bepaalde groep is dat niet het geval.

De huidige algemene vlaginstructie is van 2013. Provincies, gemeenten en waterschappen wordt gevraagd de vlaginstructie te volgen. Burgers, bedrijven en organisaties kunnen de instructie als richtlijn volgen. Dit is niet verplicht maar wordt wel geadviseerd.

De algemene vlaginstructie laat behoudens bijvoorbeeld staatsbezoeken, algemeen erkende feestdagen geen ruimte voor andere vlaggen.

Daarom,

Om gevoeligheden te voorkomen, die er zeker zijn, om willekeur te voorkomen, die kan ontstaan, maar vooral om samenbindend te zijn is deze motie ingediend.